Probleemoplossing voor MQTT-activering

Dit artikel gaat over:
  • Smart Lock Ultra
  • Smart Lock 3.0 Pro
  • Smart Lock (4e generatie)

Fouten die kunnen optreden tijdens activering en configuratie

  1. Actualiseer de firmware van je Smart Lock
    Actualiseer , indien nodig, de firmware van je Smart Lock.
  2. Verbind je Smart Lock met je netwerk
    Voordat je MQTT kunt gebruiken, activeer je de ingebouwde wifi-module van je Smart Lock Pro of activeer Matter en je verbindt deze met je netwerk.
  3. Controleer of de protocolversies overeenkomen
    Bij het instellen kun je bepalen welke MQTT protocolversie gebruikt moet worden bij het tot stand brengen van een verbinding met de server. Als de MQTT-verbinding niet tot stand kan worden gebracht, moet je de configuratie controleren. Versie 3.1.1 en hoger wordt ondersteund.
  4. Controleer de “identifier”
    De client-identifier is een tekenreeks die een MQTT-client eenduidig identificeert. Elke identifier moet eenduidig aan één enkele verbonden client kunnen worden toegewezen.
    Als de app aangeeft dat de MQTT-verbinding niet tot stand kan worden gebracht vanwege een verkeerde identifier, neem dan contact op met de Nuki Support.
  5. Controleer de toegangsgegevens en hostnaam
    De MQTT-verbinding kan niet tot stand worden gebracht als de toegangsgegevens niet voor de MQTT broker zijn geautoriseerd. Controleer in dat geval je configuratie.
Veiligheid:

De MQTT-verbindingen worden altijd op poort 1883 opgebouwd. De communicatie tussen Smart Lock en broker is onversleuteld. Authenticatie vindt plaats met gebruikersnaam en wachtwoord. Behalve de wifi-versleuteling is er echter geen extra versleuteling. De veiligheid is dus gebaseerd op de veiligheid van je lokale netwerk.
Je hebt echter de mogelijkheid om de communicatie via de interface te beperken tot het uitsluitend uitwisselen van informatie. In de Nuki-app kun je bij “MQTT configureren” > “Ont-/vergrendelen toestaan” vastleggen of er ook vergrendelingsacties via MQTT mogen worden uitgevoerd.